Jij ziet een hamamdoek. Ik zie een reis, een dorp en vriendschap

Neslihan pakt hamamdoeken in

Er zijn mensen die naar de Bahama’s gaan.

Anderen zoeken het avontuur in de Himalaya.

Ik?

Ik reis naar mijn wever, die al 10 jaar mijn hamamdoeken maakt. Een lange tocht, via de stad Izmir, waar het verkeer eeuwig haast heeft, en dan met een bus die meer tijd in beslag neemt dan je zou verwachten.

Uiteindelijk kom ik aan in het dorp van Metin, mijn wever. Daar ben ik geen vreemdeling, maar een oude bekende. De thee staat klaar nog voor ik mijn koffer heb neergezet. Sterk, zoet, en zo heet dat ik bijna mijn hand aan het glas brandt.

Op straat word ik begroet door een dorpeling die me nonchalant toeknikt. “Hallo Cor!” roept ze, alsof ik een oude bekende ben. Ik knik vriendelijk terug, maar ik ken haar niet. Misschien heb ik haar eerder gezien, misschien niet. Prettig is het wel.

De geur van versgebakken brood zweeft uit een kleine bakkerij, vermengt zich met de geur van gegrilde maïskolven.

Metin weeft, maar een hamamdoek is meer dan geweven garen. Dus ga ik ook even langs in de grote stad nabij het dorp. Daar werkt de grafisch ontwerper, een vrouw met een harmonieuze blik en een scheppende hand, die de verpakkingen heeft bedacht. De drukker – kaal, oorbel, energiek en betweterig – zorgt ervoor dat die verpakkingen daadwerkelijk bestaan.

Metin en de drukker mogen elkaar niet. Dat schijnt ooit begonnen te zijn met een onbetaalde nota. Volgens Metin was het een misverstand, een kwestie van dagen. Voor de drukker blijkbaar een diep trauma, want hij klaagt er iedere keer opnieuw over.

Terug in het dorp ga ik nog even langs bij de dorpsfotograaf. Ze fotografeert wilde bruiloften en tedere babyfoto’s, en soms wat hamamdoeken. Ze heeft kort, krullend haar. Haar bril geeft haar een bedachtzame uitstraling, maar achter de lens is ze scherp en resoluut. Ze weet beelden treffend vast te leggen met een oog voor compositie en detail die mij als gewone kijker ontgaan. De camera klikt onophoudelijk, een zacht mechanisch geluid, alsof ze een mode-rapportage maakt.

En dan is er Neslihan. Hartelijk, toegewijd, nauwkeurig. Zonder haar ben ik nergens. Ze weet precies welke kleuren geweven moeten worden en controleert of alles klopt. Geen losse draad ontsnapt aan haar blik. Met geduld verpakt ze elke hamamdoek alsof het een geschenk is – en dat is het eigenlijk ook.

In de weverij ruikt het naar katoen, naar vezels die ooit ergens op een veld stonden te wuiven in de wind. De automatische weefmachines dreunen en tikken, als kloppend hart van de weverij.

Evolutie van de hamamdoek

De hamamdoeken zijn in de loop der jaren geëvolueerd. Eerst gewoon katoen, nu biologisch. Daarna kwamen de subtiele verbeteringen: een fijner weefpatroon, een zachtere structuur. En sinds vorig jaar, garen met TENCEL-vezels. Mooier, slimmer, zachter voor de huid en vriendelijker voor de wereld, daar streef ik naar. Maar wat weet de wereld daarvan? Wat weet de wereld überhaupt? Misschien weet alleen de dorpeling het, die me groet alsof ik hier thuishoor. Misschien maakt het ook niet uit, zolang er thee is en de bus blijft rijden.

De zon zakt langzaam achter de scherpe bergkam als ik afscheid neem. ‘Tot de volgende keer,’ zegt Metin met een warme handdruk. Ik weet dat hij gelijk heeft. Ik kom altijd terug.

Neslihan verpakt een hamamdoek